We kennen inmiddels de individuele verschillen tussen mensen als het gaat om slaapbehoefte (de uren slaap die je nodig hebt) en het tijdstip waarop je het best kunt slapen (ochtend- en avondmensen). Er is steeds meer aandacht voor de verschillen tussen vrouwen en mannen. In dit artikel staan we stil bij de invloed van hormonen. De vrouwelijke geslachtshormonen oestrogeen en progesteron fluctueren tijdens de menstruatie, zwangerschap en overgang. Dit heeft gevolgen voor de slaap.
Menstruatie
Veel vrouwen slapen slechter rondom de menstruatie (de late luteale fase en vroege folliculaire fase). De daling van progesteron en oestrogeen die dan plaatsvindt kan dit verklaren.
Zwangerschap
Slaapproblemen tijdens de zwangerschap worden vaak genegeerd omdat deze periode tijdelijk is. Het is belangrijk om aandacht te schenken aan slaap in deze levensfase, omdat slaapproblemen die tijdens de zwangerschap ontstaan chronisch kunnen worden, ze blijven bestaan na de bevalling.
Tijdens de zwangerschap stijgen de concentraties van oestrogeen en progesteron zodat de baby zich kan ontwikkelen. In het eerste trimester van de zwangerschap is er vaak een toename van slaperigheid waarbij er vaker een dutje overdag wordt gedaan. Veel vrouwen hebben ook last van misselijkheid. De kwaliteit van de slaap kan daarom dalen in deze fase. In het tweede trimester kunnen er houdingsproblemen ontstaan omdat men niet meer in de gewenste slaaphouding kan liggen. Bovendien is er vaker aandrang om te plassen in de nacht. Hierdoor ontstaan vaak doorslaapproblemen. In het derde trimester heeft bijna 80 % van de vrouwen klachten van verstoorde slaap. Door lichamelijke ongemakken en mogelijk ook zorgen rondom de bevalling kan het inslapen langer duren en het aantal keren wakker worden in de nacht toenemen.
Overgang
Menopauze is de datum van de laatste menstruatie. Gemiddeld is dat bij vrouwen als ze 51 jaar zijn. De overgang zijn de jaren rondom de laatste ongesteldheid, ze duurt twee tot tien jaar. Het is een tijd van grote hormonale, lichamelijke en psychologische veranderingen, en ze wordt daarom ook wel eens de tweede puberteit genoemd. In deze periode maken de eierstokken geleidelijk minder progesteron aan en laten ze het oestrogeenniveau sterk fluctueren. Deze hormonale veranderingen beginnen al jaren voor de laatste ongesteldheid.
De overgang kan gepaard gaan met veel klachten zoals opvliegers, nachtzweten, stemmingswisselingen, slaapproblemen, vermoeidheid, geheugen- en concentratieproblemen, minder goed kunnen multitasken, spier- en gewrichtsklachten, hartkloppingen, gewichtstoename, seksuele problemen en verandering. Na de overgang is er ook een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Maar liefst tachtig procent van de vrouwen ervaart klachten, en een derde hinderlijke klachten die hun functioneren negatief beïnvloeden. Het is dan ook niet vreemd dat ruim 1 op de 4 vrouwen voldoet aan de criteria van langdurige slapeloosheid.
De behandeling eerste keus: CGT-i
Het goede nieuws is dat cognitieve gedragstherapie voor insomnie (CGT-i) in alle levensfasen van de vrouw de behandeling van eerste keuze is. Personaliseer de behandeling en heb aandacht voor de vrouwspecifieke levensfases.